De jaarmarkt is, volgens Wikipedia, een uit de Middeleeuwen daterend jaarlijks terugkerende markt; oorspronkelijk bedoeld voor de verhandeling van vee, grondstoffen en goederen. Ze konden vroeger zelfs enkele weken duren. Sommige steden kenden per jaar wel vijf jaarmarkten. Jaarmarkten werden ook aangegrepen voor allerlei bijeenkomsten en ontmoetingen. Tegenwoordig ligt de nadruk meer op lokale festiviteiten, soms vergezeld van een kermis en er zijn veelal ambachtslieden aanwezig.

Ook de meeste kerken organiseren jaarlijks zo’n markt, voor de gezelligheid, voor de saamhorigheid, maar ook om inkomsten te genereren, geld dat elke kerk dringend nodig heeft om de jaarlijkse begroting sluitend te maken.

Een jaarmarkt lijkt eenvoudig, je zet wat kraampjes op, bakt wat poffertjes of pannenkoeken, organiseert een tombola en je verzamelt heel veel spullen om te verkopen. Maar het vergt toch wel meer dan dat; met deze voorbereidingen moet vaak al maanden van tevoren begonnen worden. Er moeten prijsjes voor de tombola worden gezocht bij de winkeliers en particulieren, er moeten handwerkspullen, boeken, kleren, speelgoed en artikelen worden bijeen gegaard en tijdelijk opgeslagen voor de verkoop. En dan nog het belangrijkste: er zijn heel veel vrijwilligers nodig om mee te helpen bij de verkoop van de koffie, thee, soep, vrijwilligers die achter de kraampjes, binnen en buiten de kerk, gaan staan, die poffertjes gaan bakken en die zich met de tombola bezighouden. En dat meestal niet voor één dag, maar zelfs meerdere dagen.

Ik sprak met enkele medewerkers van de jaarmarkt in Schenkel die zich al jaren inzetten voor de tweedaagse jaarmarkt in augustus/september. Waarom doen zij dit belangeloos en wat maakt het werk zo leuk, dat zij dit elk jaar weer doen.

Zoals Jolanda die al jaren twee dagen lang achter de poffertjeskraam staat en duizenden poffertjes omdraait, bakt en verkoopt. Jolanda vertelt dat zij ooit door iemand, die al wat ouder werd, is gevraagd het poffertjesbakken over te nemen. Doordat oudere deelnemers niet of niet alles meer kunnen verzorgen is het belangrijk dat de jongere generatie meehelpt en het later overneemt. In mei begint zij de spaaracties in de gaten te houden en mensen te zoeken die meesparen voor leuke prijsjes voor het tombola rad. Voor de 60 à 70 rondes van het rad zijn ruim 400 prijsjes nodig. Alle houdbare spulletjes worden al in mei opgehaald, gemerkt (van welke sponsor het is) en leuk ingepakt. Tevens moet er al van alles gekocht worden, liefst leuke aanbiedingen. Op het laatste moment is het altijd nog hectisch om voedsel, planten, kaas, aardappels, groente- en fruitpakketten op te halen, meestal kom je dan tijd te kort. Ook moeten dan alle rondes nog samengesteld worden en komen er in de week vóór de jaarmarkt nog veel spullen binnen, die gesorteerd en geprijsd moeten worden.

Voordat iedereen op vakantie gaat probeert Jolanda zo veel mogelijk mensen voor de poffertjeskraam te strikken, om daarna weer verder te zoeken naar sponsoren. En er moeten nog inkopen voor de keuken gedaan worden, zoals koffie, thee, poffertjes spullen, bakjes en bekertjes, vorkjes, etc, etc. Vervolgens moeten er mensen worden gezocht die achter een kraampje willen staan en er moeten mensen worden gezocht die in een eigen kraampje hun spullen willen verkopen. Het overleg met elkaar en met de winkeliers vindt meestal tussendoor plaats. De PR-man Arie is hierin erg belangrijk. Tevens moeten er tijdig overal vergunningen voor worden aangevraagd en dit verzorgt Martin. Verder moet er nagedacht worden over de logistiek voor de opbouw, het opslaan, het doorgeven van de spullen en het opruimen na de jaarmarktdagen, wat door Arend met behulp van anderen wordt gedaan. De winkeliers worden bezocht voor sponsoring en er moet een mooi sponsorbord gemaakt worden.

Jolanda is ook bijzonder artistiek en veel van haar kunstwerken worden verkocht in een kraampje, waarbij de opbrengst voor de kerk is. Ook o.a. Els en Arend maken mooie spullen voor de verkoop en die vinden gretig aftrek.

De keuken wordt bestuurd door Digna, die vrijwilligers gaat zoeken om soep, taarten en lekkere broodjes te maken voor de verkoop en mensen die tijdens die dagen meehelpen in de keuken. In de kerk worden boeken, puzzels, kleren, speelgoed etc. verkocht en ook hier zijn veel vrijwilligers nodig. Ieder jaar is het een heel gepuzzel om alles rond te krijgen, maar de voldoening is groot om de klus met elkaar te klaren en een mooi bedrag voor de kerk op te halen, zo vertelt Jolanda. Ze eindigt met de woorden: ‘Heerlijk hoe de saamhorigheid op die dagen zichtbaar is’.

De volgende Schenkel jaarmarkt zal plaatsvinden op vrijdag 30 en zaterdag 31 augustus. Op vrijdag 4 en zaterdag 5 oktober is er een najaarsmarkt in de Nieuwe Westerkerk. Op maandag 30 september en dinsdag 1 oktober kunnen er tussen 19.00-20.00 spullen voor de rommelmarkt worden ingeleverd in de hal van de Nieuwe Westerkerk. (Geen kleding, wel goede tweedehandsboeken).

Joukje van der Kaaden